In een recente zaak tegen Facebook ligt de vraag voor onder welke voorwaarden consumentenbelangenbehartigers collectieve acties mogen starten in reactie op een inbreuk op de Algemene Verordening Gegevensbescherming (“AVG”). Het advies van de Advocaat-Generaal (“AG”) is duidelijk: er is veel ruimte voor collectieve acties voor belangenbehartigers, zoals de actie van Stichting Take Back Your Privacy tegen TikTok. De belangrijkste adviezen van de A-G zijn als volgt samen te vatten:
- De AVG staat niet in de weg aan nationale regelgeving die consumentenbelangenorganisaties toestaat collectieve acties te starten, zolang de actie tot doel heeft de rechten uit de AVG te waarborgen (o.a. randnummers 54 – 60).
- Een collectieve actie kan op basis van artikel 80 lid 2 AVG worden ingesteld indien er een schending is van AVG-bepalingen. De belangenhartiger dient dan aan te voeren dat er een inbreuk heeft plaatsgevonden op de subjectieve rechten die de AVG aan betrokkenen geeft. Het is voor ontvankelijkheid niet nodig dat de benadeelden reeds zijn geïdentificeerd, of een mandaat aan de collectieve belangenbehartiger hebben gegeven (o.a. randnummer 63).
- Collectieve acties zijn volgens de A-G bij uitstek geschikt om de doelstellingen van de AVG te verwezenlijken en een hoog niveau van bescherming van persoonsgegevens te waarborgen (randnummer 76).
De AG bij het Hof van Justitie van de EU (“HvJ”) geeft advies aan het HvJ over de werking van het Europese recht. In verreweg de meeste zaken volgt het HvJ het advies van de AG. De conclusie van de AG is een belangrijke steun in de rug voor acties gericht op de bescherming van persoonsgegevens. Nu is het wachten op het oordeel van het HvJ.
Meer over de zaak kunt u hier vinden.